De psychologie van risico: waarom atleten en gamers hetzelfde denken

De psychologie van risico

Sta je ooit stil bij wat een topsporter en een fanatieke gamer met elkaar gemeen hebben? Nee? Dat is begrijpelijk.

Op het eerste gezicht lijkt het alsof ze uit compleet andere werelden komen. De één zweet zich kapot op een atletiekbaan, de ander zit in het donker met een headset op. Maar zodra je gaat kijken naar hoe ze risico’s inschatten, dan zie je ineens een opvallend patroon.

Spanning als brandstof

Zowel atleten als gamers zoeken spanning op. Niet zomaar een beetje sensatie, maar die échte adrenaline. De momenten waarop je weet dat je kunt verliezen, maar toch doorgaat.

Waarom? Omdat die spanning verslavend werkt. Je brein gooit op zo’n moment een cocktail van dopamine en adrenaline in de mix, en voor je het weet wil je méér.

Topsprinters voelen het op de startlijn. Gamers voelen het vlak voor een allesbeslissende teamfight.

Dit kan je ook goed zien in buitenlandse online casino’s. Deze goksites zijn niet gekoppeld aan het Cruks dus je krijgt er veel meer vrijheid (buiten het Nederlandse uitsluitings-systeem), meer spelletjes, gullere bonussen en limieten die je zelf mag bepalen – wat natuurlijk extra spanning met zich meebrengt!

Het is dezelfde drang: het risico om te falen is groot, maar dat maakt de beloning juist extra zoet.

Fouten maken mag – maar liefst niet te vaak

In beide werelden weet je dat risico nemen nodig is. Maar je weet ook: één fout en je ligt eruit. Wat interessant is, is hoe het brein daarop reageert. De meeste mensen vermijden risico’s juist. Maar bij atleten en gamers zie je een soort herprogrammering.

Risico wordt geen bedreiging, maar een kans. Dat betekent niet dat ze domme sprongen maken, maar wel dat ze sneller geneigd zijn om iets te proberen waarvan de uitkomst onzeker is.

Dat zie je bijvoorbeeld terug in hoe ze beslissingen nemen onder druk. Er is weinig tijd, veel op het spel, en toch drukken ze door. Niet omdat ze roekeloos zijn, maar omdat ze hebben geleerd dat risico’s beheersbaar zijn.

Het trainen van intuïtie

Hoe vaker je met risico’s omgaat, hoe beter je er intuïtief op leert reageren. Zowel topsporters als e-sporters trainen eindeloos met scenario’s. Of het nu gaat om een penalty nemen of een 1v1 in een shooter – je leert je brein om sneller te reageren dan je je in feite bewust van bent.

Die intuïtie is geen magie. Het is gewoon ervaring, verpakt als instinct. Je ziet het ook aan hoe beide groepen vaak beslissingen nemen zonder alles helemaal uit te denken. Niet omdat ze niet nadenken, maar omdat hun brein al duizenden varianten heeft gezien en verwerkt.

Risico’s maken je scherp

Een boog kan niet altijd gespannen staan, maar als hij het wel is, functioneert hij optimaal. Die mindset kom je zowel bij atleten als gamers vaak tegen. Ze zoeken de grens op. Niet omdat ze willen crashen, maar omdat je daar pas echt ziet waar je toe in staat bent.

Op mentaal niveau activeert die grenssituatie het ‘fight or flight’-systeem. Maar in plaats van vluchten, kiezen ze voor actie. Hun hersenen zijn getraind om stress om te zetten in focus. Dat is deels aanleg, maar vooral ook training.

Verlies is geen einde, maar data

Nog zo’n punt waar ze elkaar vinden: hoe ze met verlies omgaan. Voor de gemiddelde mens voelt verliezen als falen. Bij sporters en gamers is het vaak gewoon onderdeel van het leerproces. Iets ging mis? Prima. Wat kunnen we er de volgende keer beter aan doen?

Dat klinkt misschien cliché, maar het is psychologisch gezien een groot verschil. Wie risico’s durft te nemen, leert sneller. Je moet je fouten durven analyseren zonder dat je ego in de weg zit. Bij beide groepen zie je vaak een bijna klinische benadering van verlies. Geen drama, maar data.

Competitiedrang is de motor

Zonder competitie geen risico. En laat dat nou precies zijn wat beide groepen drijft. Of het nu gaat om een medaille of een leaderboard – er moet iets op het spel staan. Iets wat het waard maakt om risico te nemen.

En die drang om te winnen komt vaak vanuit dezelfde plek: willen bewijzen dat je beter bent. Aan anderen, maar vooral aan jezelf. Dat verklaart ook waarom atleten en gamers vaak obsessief kunnen worden in hun spel of sport. Elke seconde, elke klik, elke sprint telt.

Controle over chaos

Wat misschien nog het meest fascinerend is: zowel atleten als gamers zoeken controle in chaos. Een wedstrijd is zelden voorspelbaar. Maar door te trainen, te oefenen en strategieën te ontwikkelen, maak je de chaos hanteerbaar. Niet beheersbaar, maar wel herkenbaar.

De psychologie achter die behoefte om orde te scheppen in onvoorspelbaarheid, is sterk verbonden aan risicomanagement. Hoe meer controle je ervaart, hoe beter je risico’s durft aan te gaan. En dat zie je terug in hoe ze beiden opereren onder druk. Niet als een kip zonder kop, maar als een schaakmeester in een storm.

Gamen is topsport (en andersom)

Het verschil tussen een esportsfinale en de honderd meter sprint is kleiner dan je denkt. Andere setting, andere tools, maar toch vergelijkbaar. Het draait om anticipatie, durf, controle en de bereidheid om iets te verliezen om uiteindelijk meer te winnen.

Zodra je dat doorhebt, kijk je ineens anders naar die wereld van pixels en podiums. Want uiteindelijk zijn het dezelfde mentale processen, alleen in een ander jasje.

Redactie

Sportwolf is het verzamelpunt van interessante artikelen die over sport, het menselijk lichaam en trends en innovaties gaan. Als schrijver van Sportwolf probeer ik een zo breed mogelijk publiek aan te spreken met mijn ervaringen en informatieve artikelen.

Vorige

Moederdag voor sportieve mama’s: zo verras je haar écht

Volgende

Nooit meer koude voeten: De beste verwarmde sokken

Follow Us